Over verdeelrecht en miserietaks bij onroerend goed

woensdag 19 april 2017 14:46
Over verdeelrecht en miserietaks bij onroerend goed

“Vergeet het verdeelrecht niet bij het einde van een relatie” 

Een onroerend goed zoals bijvoorbeeld een huis of appartement kan door verschillende redenen in onverdeeldheid toebehoren aan meerdere personen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer twee partners - al dan niet gehuwd - gezamenlijk een woning aankopen, of wanneer bijvoorbeeld drie kinderen als erfgenamen van hun ouders, elk voor een derde eigenaar van een woonhuis worden.

In het geval van de erfenis kan het gebeuren dat persoon A de aandelen van personen B en C in het onroerend goed wenst over te nemen, om er zo alleen eigenaar van te worden. Op een dergelijke overdracht is een bijzonder registratierecht verschuldigd, niet het klassieke hoge verkooprecht van 10 procent of 5 procent bij klein beschrijf, maar wel het zogenaamde “verdeelrecht”.

Het verdeelrecht kent zijn meest beruchte toepassing bij de toebedeling van het onroerend goed, die plaatsvindt tussen ex-partners, na een echtscheiding, of na het beëindigen van een wettelijke of feitelijke samenwoning. In deze gevallen spreekt men in de volksmond van de “Miserietaks”.

Tarief

Het tarief van het verdeelrecht heeft het laatste decennium een aantal wijzigingen ondergaan, maar thans is het basistarief vastgesteld op 2,5 procent (Artikel 2.10.4.0.1 Vlaamse Codex Fiscaliteit)

Bij de verdeling van het onroerend goed naar aanleiding van een echtscheiding is echter een voordeeltarief van 1% van toepassing. Ook bij de beëindiging van de wettelijke samenwoning is het tarief van 1% verschuldigd, echter op voorwaarde dat de toebedeling van het onroerend goed plaatsvindt binnen de drie jaar na de beëindiging van de wettelijke samenwoning en dat de wettelijk samenwonende partners minstens één jaar ononderbroken hebben samengewoond.

De feitelijk samenwonenden kunnen geen gebruik maken van het voordeeltarief van 1% en betalen steeds het basisverdeelrecht van 2,5%.

Grondslag van de heffing

Een belangrijke vraag die zich hierbij stelt is op welk bedrag het verdeelrecht nu precies wordt geheven? Is het recht van 2,5% of 1% verschuldigd op de totale waarde van het onroerend goed of slechts op het gedeelte dat wordt overgenomen?

Daar voorziet de wet een onderscheid:
  • Als de onverdeeldheid ophoudt te bestaan, dan is het verdeelrecht opeisbaar op de totale waarde van het goed. Concreet van toepassing wanneer er bijvoorbeeld 2 eigenaars A en B zijn, en B zijn aandeel in het goed volledig afstaat aan A.
  • Als de onverdeeldheid blijft voortbestaan, dan is het verdeelrecht opeisbaar op de waarde van de afgestane delen. Concreet van toepassing wanneer er bijvoorbeeld drie eigenaars A, B en C zijn, en enkel B zijn deel in het goed afstaat aan bijvoorbeeld A.
Wanneer persoon A, na echtscheiding of beëindiging van de wettelijke samenwoning, het gedeelte van het onroerend goed van de ex-partner B volledig overneemt, zal dus 1 % verdeelrecht verschuldigd zijn op de totale waarde van het onroerend goed. Wordt de eigendom in kwestie geschat op 200.000,00 euro, dan betekent dit dus een heffing van 2.000 euro.
Bij eenzelfde overname, na beëindiging van het feitelijk samenwonen, wordt dit 2,5% op de totale waarde van het onroerend goed. Voor hetzelfde onroerend goed van 200.000,00 EUR betekent dit bijgevolg 5.000,00 euro.

Voor de feitelijk samenwonenden blijft het verdeelrecht hoe dan ook een ware “Miserietaks”

(Bron: Advocaat Anouk Maes, VDV Advocaten)


 is een eigentijds en gespecialiseerd advocatenkantoor. Vastgoedrecht, aannemings- en bouwrecht, algemeen contractenrecht maken deel uit van hun voorkeurmateries.

Het laatste vastgoednieuws in je mailbox?

Ik neem kennis van de gebruiksvoorwaarden

Lees meer nieuws over ...