Bodemattest wordt vanaf 1 juni duurder

Met ingang van 1 juni wordt de prijs voor een bodemattest verhoogd van 34 euro naar 50 euro. Dat heeft de woordvoerder van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) bevestigd.

De Vlaamse regering heeft de prijsaanpassing enkele weken geleden goedgekeurd, en Ovam is van plan om hierover nog uitgebreid te communiceren naar het publiek. "De reden van de prijsverhoging is dat we onze goede efficiënte dienstverlening willen handhaven, maar dan moet die aangepast worden aan de reële kostprijs", legt Jan Verheyen, woordvoerder van Ovam uit.

Een en ander vloeit voort uit de kosten van de digitalisering van de bodeminformatie, het uitbouwen van het webloket voor gemeenten, het webloket voor bodemsaneringsdeskundigen en een digitale kaart van bodemonderzoeken in Vlaanderen, die men via het geoloket kan raadplegen.

De inkomsten uit de vergoeding, nu nog vastgesteld op 34 euro, voor de aflevering van bodemattesten volstaan niet langer om de kostprijs van het grondeninformatieregister en het bodemattest te compenseren.

Daarom zal de kostprijs van het bodemattest vanaf 1 juni 50 euro bedragen voor een kadastraal perceel. Een attest voor een deel van een kadastraal perceel zal 200 euro kosten in plaats van 135 euro nu.

Een bodemattest moet sinds 1 oktober 1996 verplicht bij Ovam worden aangevraagd bij overdracht van gronden. Zo wordt de koper geïnformeerd over de bodemkwaliteit. Een bodemattest vermeldt alle gegevens die Ovam over een grond kent.