Recordkwartaal voor twee grootbanken in Verenigde Staten

Twee Amerikaanse grootbanken konden afgelopen kwartaal genieten van een waar recordcijfer. Het gaat hierbij om de banken JPMorgan Chase en Wells Fargo. Beiden konden profiteren van de positieve stemming op de beurzen en van een stabilisering op de Amerikaanse huizenmarkt. Jamie Dimon van JPMorgan Chase oordeelt dan ook dat het dieptepunt van de huizencrisis in de VS achter de rug is.

JPMorgan Chase, de grootste bank inzake activa, boekte een kwartaalwinst van 5,71 miljard dollar. Dat is ruim een derde meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze winst lag dan ook hoger dan analisten hadden verwacht. Volgens Dimon is dat vooral te danken aan een verbetering op de Amerikaanse huizenmarkt. “Zo stegen de inkomsten uit hypotheken in de periode van juli tot en met september. Verder bouwde de bank ook een deel van de provisies voor kredietverliezen af.”

De miljardenverliezen van een trader van JPMorgan in Londen, de zogenaamde "walvisverliezen", zijn in het derde kwartaal onder controle gebleven. Op de portefeuille werd slechts "een klein verlies" geboekt, zei Dimon vrijdag, zonder een concreet bedrag te noemen. In de eerste jaarhelft was de portefeuille goed voor een verlies van 5,8 miljard dollar.

Ook concurrent Wells Fargo kwam vrijdag met recordresultaten. De grootbank boekte een winst van 4,94 miljard dollar. Dat is 22 procent meer dan vorig jaar. Wells Fargo profiteerde eveneens van de aantrekkende huizenmarkt. De kredietverliezen namen af.

Wells Fargo is de belangrijkste hypotheekverstrekker van de VS. Ongeveer een derde van alle woonkredieten in het land worden door haar verstrekt. Ze komt dan ook als grote overwinnaar uit de crisis.