Tweede verblijf aan kust wordt in vier kustgemeenten duurder

Vier op de tien kustgemeenten hebben de taks op tweede verblijven fors verhoogd. En twee tot drie gemeenten overwegen de belasting volgend jaar in te voeren. De vastgoedmakelaars aan de kust trekken aan de alarmbel. Dat schrijft Het Laatste Nieuws maandag.

"Steeds meer eigenaars beginnen zich vragen te stellen", zegt Dajo Hermans, woordvoerder van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV). "Als men de kusteconomie verder naar de vaantjes wil helpen, moet men de taksen nog verder verhogen."

In totaal hebben zowat 350.000 Belgen een tweede verblijf, van wie naar schatting 85.000 een residentie hebben aan de kust. Voor de kustgemeenten zijn die tweede verblijven een serieuze bron van inkomsten. Om hun (lege) kas te vullen, trekken vier gemeenten - Oostende, Koksijde, Blankenberge en Knokke-Heist - de taks op de tweede verblijven dit jaar fors op. In Oostende betaalt men voor een residentie vanaf dit jaar 1.000 euro aan taks. Of 54 procent meer dan een jaar geleden.

Volgens het BIV gaan de gemeentebesturen uit van het cliché dat de eigenaars van tweede verblijven over het algemeen kapitaalkrachtig zijn. Een misvatting, zo blijkt uit een rondvraag bij 220 makelaars aan de kust. "Slechts een minderheid (35 procent) behoort tot de kapitaalkrachtigen", zegt Dajo Hermans. "De grote meerderheid van de tweede verblijvers aan de kust zijn doorsneegezinnen voor wie een belastingverhoging met een paar honderd euro wel kan doorwegen in het budget."